stagedag 4

Vandaag was een mindere dag volgens mij.

Ik kwam aan op tijd, we vertrokken richting school.

Ik duwde het karretje met kinderen in terug naar de opvang, allemaal goed en wel aangekomen.

Toen we aankwamen was eerst iedereen inchecken en de kleinste hielp ik met hun boekentas weg te zetten, toen ging ik eten met de lagereschoolkinderen.

Daarna ging iedereen naar buiten en speelden we met de bal, steps en de skeelers.

Mijn opdracht ging wat minder vooruit, zeker omdat mevrouw daar was had ik toch wel wat stress.

In mijn hoofd had ik het allemaal voor me staan hoe het spel ging gaan en hoe ik ging uitleggen maar toen het moment er kwam dan ging dat opeens allemaal uit m'n hoofd en wist ik niet meer wat ik moest zeggen.

Uiteindelijk snapten de kinderen het wel maar soms was het moeilijk om te lezen en moest ik helpen.

Volgens mijn mentor was ik te stil, kon ik beter uitleggen en mag ik ook actiever meehelpen in de kinderopvang.

Vanaf volgende keer dat ik ga zal ik meer actiever zijn en ervoor zorgen dat ik meehelp met de collega's in de opvang.

• Wat heb je vandaag gedaan? Omschrijf je activiteit/dag.

Ik heb vandaag mijn spel gegeven en gespeeld met de kinderen, m'n best gedaan dat ze het snapten, ik hoop naar volgende week toe dat ik me meer inzet voor de andere medewerkers en ook mijn mentor trots te maken. Vandaag was wel relatief rustig heb mij in het begin kunnen bezig houden met de kinderen, ik heb ook mijn gezelschapsspel uitgevoerd redelijk op het einde van de dag.

• Wat liep er goed?

Op het begin vond ik het goed lopen, ik vind op zich dat het meestal wel op het begin goed loopt maar naarmate het einde minder, ik speel altijd goed mee met de kinderen en help ook waar nodig.

• Wat liep er minder goed?

Mijn activiteit was iets minder vandaag, ik heb op het begin niet zoveel uitleg gegeven en daardoor waren de meeste kinderen verwart, wat ik ook snap, kortom m'n spel is echt slecht gegaan en ik moest beter uitleggen

• Wat ga je volgende keer anders doen om dit beter te maken?

Ik ga mezelf beter voorbereiden en ervoor zorgen dat als ik een spel kies dat ik hem zelf snap of hem zelf al eens gespeeld zou hebben, ik ga ook beter uitleggen en zorgen dat de kinderen het snappen en eventueel hun te helpen door voor hun voor te lezen.